Alle zeven bemanningsleden kwamen om. Zes gesneuvelden werden in 1944 geborgen. De identiteit van een van hen kon niet worden vastgesteld. De vliegers Keyte, Barber en Williams en de niet-geīdentificeerde persoon zijn op 14 juni 1944 begraven op de Algemene begraafplaats van IJsselmuiden. Drie dagen later zijn ook Loyd en Plant bij hun kameraden begraven.

Het zevende bemanningslid bleef spoorloos tot 1989. Toen het vliegtuigwrak door een bergingsgroep van de Koninklijke Landmacht en militairen van de Genie in Wezep werd opgegraven, is een stoffelijk overschot gevonden. Het is echter niet mogelijke gebleken de stoffelijke resten met zekerheid te identificeren. Op 8 december 1992 is de laatste vlieger met militaire eer in het graf van de niet-geīdentificeerde vlieger bijgezet. Aangezien de namen van alle bemanningsleden bekend waren, kan met zekerheid worden vastgesteld dat in dit graf de vliegers Gribben en Wallinger begraven liggen.